Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Keert weder, mijn dochters! Gaat heen; want ik ben te [22]oud om een man te hebben. Wanneer ik al zeide: Ik heb hoop, of ik ook in dezen nacht [23]een man had, ja, ook zonen baarde; 22. Hebreeuws, ik ben ouder geworden dan dat ik een man zou geworden. 23. Hebreeuws, een man geworde; te weten, ter vrouw, of bij een man dezen nacht lage.